Privacy, één jaar na de AVG
Privacyteam helpt bij botsende wetgeving en onduidelijkheden.
Privacyteam helpt bij botsende wetgeving en onduidelijkheden.
Planschade is ook voorzienbaar bij ‘vage’ termen ‘zoekgebied’ en ‘transformatie afweegbaar' In de uitspraak Hilvarenbeek van 17 april 2019 legt de Afdeling bestuursrechtspraak nog eens uit hoe het criterium voorzienbaarheid moet worden toegepast bij de beoordeling van verzoeken om een temoetkoming in planschade.
Volgens een beslissing van de Duitse Federale rechtbank in arbeidszaken (“BAG”) van eind 2018 kunnen werknemers geen lumpsum (een vaste financiële bijdrage) claimen in het geval de werkgever het salaris te laat betaalt.
Per 17 oktober 2018 is het Bouwbesluit (2012) gewijzigd. Met die wijziging is het vanaf 1 januari 2023 verboden om een kantoorgebouw in gebruik te nemen of te gebruiken zonder (kort gezegd) het energielabel C. Wat kunt u als huurder doen om ervoor te zorgen dat uw kantoorpand aan de Label C-verplichting voldoet?
Proportionaliteitsbeginsel, risico- en aansprakelijkheidsverdeling, laagste prijs, proportionaliteit uitvoeringseisen, raamovereenkomst, transparantiebeginsel, heraanbesteding, zorgvuldigheidsbeginsel, Grossmann
Verlening tijdelijke omgevingsvergunning is in strijd met evenredigheidsbeginsel uit Wet Bibob
De Ondernemingskamer heeft de bevoegdheid in te grijpen in het beleid van de vennootschap, onder meer middels de onmiddellijke voorzieningen (art. 2:349a BW). De vraag is of de Ondernemingskamer enkel van deze bevoegdheid gebruikmaakt in gevallen van 'flagrant wanbeleid'.
Ingevolge artikel 392 Rechtsvordering kan een (lagere) rechter een prejudiciële vraag stellen aan de Hoge Raad. Een dergelijke vraag kan worden gesteld wanneer sprake is van een geschil dat is gestoeld op een veelvoorkomend feitencomplex.
Het Gerechtshof Den Haag heeft in 2017 immateriële schadevergoeding toegewezen van 1.500 euro wegens het onrechtmatig publiceren van persoonsgegevens. Het arrest is pas recent, ruim anderhalf jaar na dato, gepubliceerd. Het roept wel enkele vragen op.
De Hoge Raad heeft op 22 maart 2019 uitgelegd wanneer de ‘objectieve’ verjaringstermijn van 20 jaar voor de risicoaansprakelijkheid voor gebrekkige opstallen (art. 6:174 BW) begint te lopen (ECLI:NL:HR:2019:412). Volgens de Hoge Raad begint voor art. 6:174 BW de 20 jaarstermijn pas te lopen zodra de gebrekkige toestand is opgehouden te bestaan.